Wij maken gebruik van cookies.

Meer info

Logopedie

Kinderen

Wanneer doe je een beroep op de logopedist?
Tine Vaes - Logopedist & Coördinator

"Er zijn heel wat belangrijke stappen in de spraak- en de taalontwikkeling van een kind. Loopt het wat moeilijk in die fases, kan logopedie een stevige steun bieden."

Spraakontwikkeling

  • < 1,5 jaar: het kind vormt éénwoordzinnen (papa, mama, appe(l))
  • 1,5-2,5 jaar: het kind vormt tweewoordzinnen (ikke ook, mama koek)
  • 2,5 jaar: het kind begint in meerwoordzinnen te spreken (ikke mee ook, kijk ikke poppenkas(st) (s)pelen)
  • 4,5-5 jaar: 75 % van de kinderen spreken alle klanken (letters) goed uit
  • 5-6 jaar: de meeste kinderen spreken in volledig goede zinnen (ik fiets op straat, wanneer mag ik springen?)
  • 5-6 jaar: 90 % van de kinderen spreken alle klanken (letters) goed uit

Belangrijke leeftijdsgebonden indicaties voor verwijzing naar de logopedist

Op een bepaalde leeftijd moet het kind welbepaalde spraak- of taalpatronen verworven hebben. Is dat niet het geval, dan is logopedisch advies aangewezen, naast zo nodig een meer globaal ontwikkelingsonderzoek.

  • 10 maanden: het kind brabbelt nog weinig
  • 18 maanden: het kind zegt nog geen woord of het praat bijna uitsluitend in klinkers; het kind schijnt weinig taal te begrijpen
  • 2-2,5 jaar: het kind maakt nog geen tweewoordzinnen
  • 3-4 jaar: het kind maakt nog geen kleine zinnetjes; het kind is grotendeels onverstaanbaar
  • 4-4,5 jaar: het kind kan nog geen verhaaltje of gebeurtenis vertellen; het kind spreekt nog niet alle klanken goed uit
  • 5 jaar: maakt nog geen goede zinnen

Belangrijke niet-leeftijdsgebonden indicaties voor verwijzing naar de logopedist

Onafgezien van de leeftijd (zie hierboven) kan het kind bepaalde merkwaardigheden vertonen in spreken, stemgebruik, lezen, schrijven, algemeen taalgebruik. Worden één of meer tekorten vastgesteld, dan is logopedisch advies aangewezen. Hieronder sommen we de belangrijkste op.

Het kind …

  • schijnt vragen en opdrachten niet te begrijpen
  • is een jaar achter op de normale spraak- en taalontwikkeling van leeftijdsgenoten
  • spreekt met te veel of te weinig neusklank
  • is vaak hees
  • wordt ter wille van zijn spreken geremd of geplaagd
  • stottert al langer dan een half jaar
  • praat heel eentonig, extra luid of zeer stil
  • praat erg snel, laat vele klanken weg, vervormt woorden
  • heeft moeilijkheden met lezen of schrijven
  • vertoont spraakmoeilijkheden en gebitsafwijkingen (orthodontie)
  • komt uit een gezin of familie met spraak- en taalproblemen

De leeftijd van vier tot vijf jaar is minstens om twee redenen erg belangrijk:

  • de basisperiode voor spraak- en taalontwikkeling loopt ten einde
  • het kind staat op de drempel van de lagere school

Daarom sommen we onderstaand een aantal mogelijke tekorten nog eens extra op. In deze gevallen is logopedische hulp noodzakelijk. Het kind …

  • schijnt opdrachten niet goed te begrijpen
  • maakt nog geen zinnen
  • kan geen verhaal vertellen
  • stottert
  • is geremd of wordt geplaagd ter wille van zijn spreken
  • heeft te veel of te weinig neusklank
  • is vaak hees
  • kan niet alle klanken goed uitspreken

Leerstoornissen

Dyslexie, dysorthografie, dyscalculie (D3) (lees-, schrijf- en rekenstoornissen) vinden hun oorsprong in tekorten in het taalvermogen van het kind. Het kind heeft dan problemen met het omzetten van de gesproken taal in geschreven taal (spellen). Maar ook het omzetten van schrijftaal naar spraak (lezen) verloopt moeilijk. Dyslexie/dysorthografie is een stoornis die gekenmerkt wordt door een hardnekkig probleem met het aanleren en/of vlot toepassen van lezen en/of spellen op woordniveau.

Bij rekenstoornissen is er sprake van moeilijkheden bij specifieke rekenvaardigheden. Dyscalculie is een stoornis die wordt gekenmerkt door een hardnekkig probleem met het aanleren en vlot/accuraat oproepen/toepassen van reken- en wiskundevaardigheden.